Algemene informatie voor ouders over de meting van de zuurstof bij pasgeborenen

Screening door zuurstofmeting – studieresultaten positief!

Read in English

Van 1 juli 2015 tot 1 december 2016 is de POLAR-studie uitgevoerd in de regio’s Leiden, Haarlem/Hoofddorp Amsterdam, Alkmaar en Purmerend in alle ziekenhuizen en vrijwel alle verloskundigenpraktijken. Doel van deze studie was om te kijken of door het meten van het zuurstofgehalte (saturatie) bij de pasgeborene aangeboren hartafwijkingen die niet door de 20-weken echo waren gevonden alsnog vroeg na de geboorte konden worden vastgesteld.

Aan de studie hebben destijds bijna 24.000 pasgeborenen deelgenomen. De uiteindelijke resultaten lieten zien dat een afwijkende waarde van het zuurstof inderdaad hartwijkingen en andere aandoeningen opgespoord konden worden en daarmee tijdig behandeling of observatie kon worden gestart.

De studieresultaten zijn tot op heden nog niet vertaald naar ‘standaard zorg’ in Nederland, hier moet eerst een besluit vanuit de overheid voor komen. Uw verloskundig zorgverlener heeft echter besloten om, in afwachting van dit landelijke beleid, na de studie door te gaan met het uitvoeren van de saturatiemeting bij pasgeborenen. Daarom wordt deze screening op aangeboren hartafwijkingen en andere aandoeningen ook bij uw kindje aangeboden. In deze folder leest u meer informatie over dit extra onderzoek.

Achtergrondinformatie

In Nederland worden ongeveer 180.000 kinderen per jaar geboren. Bij ongeveer 1.250 kinderen wordt een hartafwijking vastgesteld, waarvan 250 levensbedreigend. De meeste aangeboren hartafwijkingen zijn gelukkig goed behandelbaar. Meestal is hier wel een hartoperatie voor nodig.

Niet alle hartafwijkingen worden opgespoord

Tijdens de zwangerschap wordt de 20-weken echo uitgevoerd. Hiermee wordt in deze regio bijna 70% van de hartafwijkingen opgespoord. Een deel van de hartafwijkingen wordt echter onbedoeld gemist. Kort na de geboorte heeft een baby vaak nog geen verschijnselen die wijzen op een hartafwijking. Hartafwijkingen worden daardoor soms gemist of te laat herkend.

Opsporen van hartafwijkingen

Door een hartafwijking kan het zuurstofgehalte in het bloed dalen. Aan de baby zelf is dit kort na de geboorte vaak nog niet te zien. Je kunt dit wel opsporen door het zuurstofgehalte in het bloed te meten. Dat doe je met een saturatiemeter. In het buitenland wordt een saturatiemeter al gebruikt om hartafwijkingen op te sporen. Dat gebeurt in het ziekenhuis. In Nederland zijn de meeste kinderen een dag na de geboorte echter al thuis of worden thuis geboren.

Opsporen van andere afwijkingen

Naast aangeboren hartafwijkingen zijn er ook andere aandoeningen die leiden tot een te laag zuurstofgehalte. Baby’s met problemen met de longen of een infectie, hebben bijvoorbeeld ook vaak een lager zuurstofgehalte in het bloed. Door het meten van een zuurstofgehalte kunnen baby’s met deze aandoeningen ook eerder ontdekt worden waardoor behandeling eerder kan worden gegeven.

Veel gestelde vragen (FAQ)

Wat is een saturatiemeter? Een saturatiemeter is een apparaat waarmee het zuurstofgehalte in het bloed kan worden gemeten. Het apparaat wordt met een bandje om pols en voet van uw kind geplaatst. Het meet met behulp van licht het zuurstofgehalte in de kleine bloedvaatjes. Uw kind voelt er niets van.

Wie voert de meting uit? Als uw kind in het ziekenhuis geboren is, wordt de zuurstofmeting door een arts, verloskundige of verpleegkundige gedaan. Als u thuis bent bevallen, doet de verloskundige de meting.

Hoe wordt de screening uitgevoerd? Ongeveer een uur na de geboorte wordt het zuurstofgehalte gemeten aan de rechter pols en één van de voeten van de baby. De kans is groot dat de metingen goed zijn. Bij een goede meting wordt de test voor de zekerheid herhaald op de 2e of 3e levensdag van uw baby. De uitslag is niet goed als het zuurstofgehalte te laag is of als er een te groot verschil zit tussen de meting van de pols en de voet.

Wat gebeurt er als de uitslag niet goed is? Een afwijkende meting hoeft niet direct te betekenen dat uw kind een hartafwijking of andere aandoening heeft. Het kan ook berusten op verkeerde meting, bijvoorbeeld door te koude handjes of voetjes of teveel onrust van de baby, of het zuurstofgehalte is te laag om andere redenen. Uw verloskundig zorgverlener zal naar alle waarschijnlijkheid de meting op een later moment herhalen of, indien dat noodzakelijk wordt geacht, overleggen met een kinderarts.

Wat gebeurt er anders of meer dan normaal? Normaal gesproken onderzoekt de verloskundig zorgverlener de baby na de geboorte. Deze zuurstofmeting wordt nu extra gedaan. In sommige ziekenhuizen en verloskundigenpraktijken wordt de screening al standaard uitgevoerd bij alle pasgeborenen. Daarnaast zal tijdens de kraamvisite op dag 2 of 3 de meting nogmaals worden herhaald. Het meten van de zuurstof duurt hooguit enkele minuten

Is de meting veilig? De zuurstofmeting is niet gevaarlijk voor uw baby. Er zijn geen risico’s bekend. De zuurstofmeting wordt reeds jaren gedaan bij zieke pasgeborenen opgenomen in het ziekenhuis om ze goed in de gaten te houden.

Geeft de test 100% zekerheid? Het kan voorkomen dat het zuurstofgehalte van uw kind afwijkend is, terwijl bij vervolgonderzoek geen hartafwijking gevonden wordt. Ook is er een kleine kans dat de saturatiemeting niet afwijkend is, terwijl er toch wel sprake blijkt te zijn van een aangeboren hartafwijking. Een goede uitslag geeft dus geen 100% zekerheid dat uw kind niets aan het hart mankeert. U kunt contact op nemen met uw huisarts als u twijfelt over de gezondheid van uw kind.

Saturatiemeter
Voetje van een baby met de sensor

Voor- en nadelen van de screening

Voordelen:

  • De verschijnselen van een hartafwijking zijn vaak niet duidelijk direct na de geboorte. Hierdoor worden hartafwijkingen soms te laat ontdekt. Door de saturatiemeting kunnen sommige hartafwijkingen en andere bedreigende aandoeningen eerder ontdekt worden. Hierdoor kan eerder worden ingegrepen, voordat de baby ernstig ziek wordt.
  • Door de meting kunnen andere aandoeningen die gepaard gaan met een laag zuurstofgehalte eerder ontdekt worden. Zo kunnen longproblemen en infecties vroeg worden opgespoord en behandeld voor verslechtering optreedt.

Nadelen:

  • Er is een kleine kans dat het zuurstofgehalte te laag is bij één van de metingen, terwijl de baby geen hartafwijking of andere aandoening heeft (fout positieve uitslag). Hierdoor kunnen ouders onnodig bezorgd gemaakt worden.
  • Bij een fout positieve uitslag kan alleen aanvullend onderzoek en observatie in het ziekenhuis hier uitsluitsel over geven. Dit betekent dat de baby (onnodig) extra onderzoeken moet ondergaan en ouders in de kraamweek dus extra naar het ziekenhuis moeten met hun baby.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stelt u deze dan gerust aan uw arts of verloskundige.
Het staat u altijd vrij de extra screening, zonder opgaaf van reden, te weigeren voor uw kind.

Met dank aan:
Dr. I.C. Narayen – arts onderzoeker POLAR-studie