Verloop van een bevalling

Een bevalling begint vaak met wat ‘gerommel’, willekeurige samentrekkingen van je baarmoeder waar nog geen ritme inzit en die niet heviger worden. Deze voorweeën kunnen ook weer afzakken.

Deze activiteit van je baarmoeder geeft nog geen ontsluiting, maar zorgt wel voor het soepel en korter worden van de baarmoedermond. Zo is deze klaar voor het echte werk dat nog moet komen.

Voorweeën kunnen ongemakkelijk zijn, maar zijn zelden pijnlijk. Je kunt ze voelen in je buik, maar ook in je onderrug of bovenbenen. Mocht je er minder goed van slapen, probeer dan een warme douche, bad of kruik om je baarmoeder te helpen ontspannen. Je mag ook paracetamol gebruiken.

Soms verlies je tijdens de periode van voorweeën je slijmprop, een vaak heldere hoeveelheid dik slijm. Hier kan ook een spoortje bloed bij zitten. Je hoeft ons niet te bellen als je je slijmprop verloren bent. Het duurt soms nog dagen totdat de bevalling echt doorzet.

Zetten de voorweeën steeds maar niet door en raak je steeds vermoeider? Neem dan contact met ons op!

Breken van de vliezen

Zo’n 10% van alle bevallingen begint met het breken van de vliezen. De meeste vrouwen krijgen vervolgens binnen 48 uur weeën. Vaak breken je vliezen pas door de kracht van je weeën. Soms zelfs nog tijdens het persen.

Er zijn zorgverleners die standaard de vliezen breken bij zo’n 3-4 centimeter ontsluiting. Idee is dat dit de bevalling bespoedigt. Wij zijn echter van mening dat de vliezen vaak een nuttige functie hebben. Zodoende zijn we terughoudend met het actief breken ervan. 

Stelt iemand voor om je vliezen juist wel of juist niet te breken? Stel dan gerust al je vragen en maak je eigen keuze.

Zijn je vliezen gebroken en wil je weten of je ons moet bellen? Lees hier dan verder.

Weeën, latente fase

Gaandeweg zul je merken dat je weeën toenemen: ze komen vaker, duren langer en worden intenser. Wanneer ze ongeveer om de 4 à 5 minuten komen en een minuut duren, spreken we van ontsluitingsweeën. Je bevalling is nu echt begonnen!

Met deze weeën bereik je vaak zo’n 3 tot 4 centimeter ontsluiting. Dit noemen we de latente fase. De weeën zijn in deze fase vaak nog prima thuis op te vangen. Blijf zolang als je kunt je aandacht verzetten, bijvoorbeeld door wat te rommelen in huis of tuin, een boekje te lezen of iets anders te doen waar je rustig van wordt.

Je partner zal opmerken dat je tijdens een wee even niet aanspreekbaar bent, maar in de weeënpauze gewoon nog je vertrouwde zelf bent. Grapjes kun je nu nog waarderen.

Beval je van je eerste kindje? Dan hoef je ons nog niet te bellen. Beval je van een volgend kindje? Dan horen we graag van je als de weeën een uur lang om de 4 à 5 minuten komen en ongeveer een minuut duren.

Weeën, actieve fase

De latente fase, waarin de weeën zo om de 4 à 5 minuten komen, gaat vanzelf over in de actieve fase, waarin de weeën elkaar steeds sneller opvolgen en steeds heviger worden. De weeën komen nu om de 2 à 3 minuten en duren een volle minuut. De pauze is maar kort.

Je merkt nu dan ook dat je al je aandacht nodig hebt om de weeën op te kunnen vangen. Je keert je naar binnen toe en zoekt vaak letterlijk een plek waar je je af kunt sluiten. Bijvoorbeeld op de wc of in de douche.

Je partner zal opmerken dat je steeds minder contact maakt. Grapjes kun je nu echt niet meer waarderen. In de weeënpauze kan het lijken alsof je van de wereld bent. Je kunt ook een indruk geven alsof je high bent. Je lichaamseigen pijnstilling zorgt daarvoor. 

De actieve fase is hard werken, maar zorgt ook voor verdere ontsluiting! Als je van je eerste kindje bevalt, horen we graag van je als je een uur lang weeën om de 3 minuten hebt die een minuut duren. Je rekent hierbij van het begin van de wee tot het begin van de volgende wee.

Wanhoopsfase

Ja, het staat er echt. Wanhoopsfase. Wanneer je aan het einde van de ontsluitingsfase komt, ben je heel, heel hard aan het werk. De weeën gaan door op volle kracht, je bent vermoeid en je gelooft waarschijnlijk niet dat er ooit nog een kindje geboren gaat worden.

Wij staan op dit punt naast je om je door deze fase heen te coachen. Samen met je partner geven we je moed, helpen we je om de weeën op te vangen en gaan zo wee voor wee richting de volgende fase: het persen. Voordat het echt zover is, zul je waarschijnlijk al merken dat je tijdens een wee steeds meer druk voelt. Dit is een goed teken: je kindje zakt!

Overgangsfase

Veel mensen weten dat je 10 centimeter ontsluiting moet hebben om te kunnen persen. Maar wat nog veel belangrijker is, is dat je goede persdrang hebt! Daarom wachten wij in het algemeen met persen tot je zelf duidelijk die drang voelt.

Heb je al wel volledige (10) centimeter ontsluiting, maar voel je nog geen persdrang? Dan is je kindje nog aan het zakken in het geboortekanaal. De weeën die je nu voelt zijn krachtig en helpen je kindje steeds dieper. Wanneer je kindje gaat drukken op je bekkenbodem voel je dit als persdrang.

Vaak duurt het zo’n 30 minuten tot een uur om van een drukkend gevoel naar echte persdrang te gaan. Sommige weeën kun je nog wegzuchten, andere echt niet meer. Dan is het fijn om aan het meedrukken te wennen door je lucht op de wee even vast te houden. Wij coachen je hierbij.
De fase tussen ontsluiting en persen noemen we de overgangsfase.

Persdrang

Gaandeweg bereik je een punt waarop je niets anders meer kunt dan heel hard meepersen. Ook al zou je nu zelf niets doen, dan drukt je baarmoeder toch nog zo hard naar beneden dat je buik ervan meegolft. Dit noemen we reflectoire persdrang, je kunt het niet meer zelf controleren.

Het echte persen kan nu beginnen. De beste houding hiervoor is verticaal of op handen en knieën. Zo helpt de zwaartekracht mee en is je bekken het ruimst. Wanneer je erg vermoeid bent, kun je ook op je zij gaan liggen. Vermijd de houding waarbij je plat op je rug ligt. Deze is ooit bedacht om je makkelijker te kunnen helpen, maar is niet optimaal.

Bij een eerste kindje pers je gemiddeld zo’n 45 minuten, afhankelijk van de kracht van je weeën en de grootte en ligging van je kindje. Bij een volgend kindje pers je gemiddeld zo’n 20 minuten.

Geboorte

Plots zul je op een wee een brandende pijn gaan voelen, die met elke wee heviger wordt. Dit betekent dat je kindje je perineum (de huid tussen je vulva en je anus) oprekt om nu echt geboren te gaan worden. Je kunt als je dat wilt nu zelf de haartjes van je kindje zien of aanraken. Dit kan goede moed geven!

Het is het mooist als je nu op je eigen gevoel verder kunt persen. Veel vrouwen houden zich eerst nog in, omdat het brandt. Maar na een paar weeën gaan ze vaak heel gecontroleerd steeds wat verder persen. Hierdoor krijgt je huid optimaal de kans om op te rekken en verminder je de kans om uit te scheuren. Wij helpen hier ook bij, door warme doeken tegen je perineum aan te leggen. Zo blijft je huid goed doorbloed met minder kans op schade.

Wanneer het brandende gevoel op z’n ergst is, wordt het hoofdje geboren. Soms komen meteen hierna de schouders, soms is de wee voorbij. Dan wachten we vaak op een volgende wee om de schouders geboren te laten worden. Je kindje draait hiervoor een kwartslag, soms voel je dat nog duidelijk. Dit is het punt waarop je, als je dat zelf wilt, je handen uit kunt strekken om je kindje aan te pakken.

Verloop van een bevalling

Gouden uur

Het eerste uur na de geboorte wordt ook wel het gouden uur genoemd. Je kindje is in een hele mooie alerte toestand, waarin hij of zij heel nadrukkelijk contact maakt. Jouw oxytocinespiegel zal nooit meer zo hoog zijn. Al je zintuigen staan open om je kindje te verwelkomen en een begin te maken met de hechting. Voor je partner zal dit niet anders zijn. Een prachtige ervaring.

Je kindje zal op zoek gaan naar je borst en voor de eerste keer aanhappen. Als dit binnen het eerste uur lukt, is dit een enorme stimulans voor je lichaam om melk aan te gaan maken.

Wij proberen dit gouden uur niet te verstoren. Het beste is het als jullie comfortabel samen kunnen zijn en optimaal huidcontact maken. Mocht je dit als moeder door een complicatie niet kunnen doen, dan kan ook je partner je pasgeborene bloot op bloot bij zich nemen. Vraag de verpleging dan om je daarbij te helpen.

Nageboorte

Ook als je kindje al geboren is, zul je nog weeën voelen, maar gelukkig veel minder sterk. Dit zijn naweeën, die zorgen voor de geboorte van de moederkoek (placenta). Gemiddeld wordt deze na zo’n 20 minuten geboren. Het mag tot een uur duren, als je bloedverlies maar acceptabel is.

De moederkoek heeft je kindje 9 maanden lang voorzien van voeding en zuurstof en heeft afvalstoffen weggefilterd. Een indrukwekkend orgaan! Van tevoren zul je misschien denken dat je hem niet wilt zien, maar bijna iedereen vindt het toch mooi om er even uitleg bij te krijgen.

Je kunt vervolgens kiezen wat je ermee wilt doen, weggooien of bewaren. Sommige mensen kiezen er bijvoorbeeld voor om hem te begraven en er een geboorteboom op te planten.

Na de geboorte van de moederkoek zal je baarmoeder ongeveer weer de grootte hebben van 20 weken zwangerschap. Naweeën zorgen ervoor dat ze nog verder krimpt, tot ze aan het einde van je kraambed alweer bijna achter je schaambot verdwenen is.

Goede naweeën zorgen ervoor dat je bloedverlies beperkt blijft. je kunt je baarmoeder hierbij helpen door regelmatig te plassen. Ga hierbij niet af op je aandrang, maar kijk naar de klok: probeer de eerste dagen elke 3 uur te plassen.

Hechten

Het kan voorkomen dat je ingescheurd bent. Soms is dit zo miniem dat het vanzelf weer heelt. En soms moet het gehecht worden. Wanneer er een knip (episiotomie) is gezet om de geboorte te versnellen, wordt deze altijd gehecht.

Voor we gaan hechten, verdoven we je zorgvuldig. De hechtingen die we gebruiken, zijn altijd oplosbaar. Omdat je bekkenbodem zo goed doorbloed is, herstelt het weefsel vaak heel snel. Eventueel kunnen we de hechtingen in het kraambed al weer verwijderen als je er veel last van hebt.

Het is gelukkig erg zeldzaam, maar bij sommige vrouwen beschadigt hun kringspier tijdens de bevalling. Wanneer we dit constateren, of hierover twijfelen, zullen we altijd de hulp van een gynaecoloog inroepen. Hij is de specialist om dit te herstellen. Dit gebeurt soms op de operatiekamer.

De eerste uren na je bevalling

Zo moe als je was tijdens het laatste stukje van je bevalling, zo wakker ben je nu! Adrenaline zorgt ervoor dat je in een hele alerte staat bent.

Wanneer het eventuele hechten achter de rug is, zorgt je kraamverzorgende of je verpleegkundige ervoor dat je wat eet. Je hebt best lang nauwelijks iets binnen gekregen, dus denk echt aan een goede boterham. Vaak heb je ook opeens veel trek.

Hierna kun je gaan douchen. Je kunt je nog wat wankel voelen, dus hierbij krijg je hulp. Als je thuis bent, duik je daarna zo je fris opgemaakte bed in. Ben je in het ziekenhuis en is alles in orde, dan verlaat je vaak na zo’n 3 à 4 uur de verloskamer. Afhankelijk van het tijdstip is er dan een kraamverzorgster die je thuis opvangt.

Gaandeweg zakt de alertheid van vlak na de bevalling weer en zul je je moeheid echt gaan voelen. Vaak gaat een baby na een bevalling voor wat langere tijd slapen, probeer die uren meteen mee te slapen.